Van maandag 26 september tot en met vrijdag 30 september besteden wij aandacht aan de week tegen pesten. HA-HA! Grapje is iets wat kinderen regelmatig zeggen, maar wat als de ander dit niet grappig vindt? Wat is de norm in de klas? Wat vinden wij wel of juist niet acceptabel? Hieronder lees je meer over dit ’grappige’ gedrag en lees je over hoe jij de norm in de klas kan bepalen.
Humor en het maken van grappen vind ik iets dat hoort bij een gezond pedagogisch klimaat in de klas. Samen lachen en plezier hebben met elkaar is belangrijk, vooral in de eerste weken van het schooljaar. Samen lachen zorgt voor betrokkenheid, enthousiasme en vertrouwen. Grappen spelen ook een belangrijke rol in het bepalen van de normen in de groep. Door wel of niet om een grap te lachen bepaal je met elkaar wat wel en niet acceptabel is. Tegelijkertijd is het lijntje heel dun want is het grapje voor iedereen wel zo leuk of lachen we om iemand? of voelt iemand zich buitengesloten door dit grapje? en bepalen we zo onbedoeld de norm in de klas?
In deze week (week tegen pesten) vind ik het een goed moment om met de kinderen in de klas te gaan kijken naar onze norm. Welke grappen vinden wij wel en niet acceptabel?
Op twee A4 vellen (bovenaan staat HA-HA grapje!) gaan wij beschrijven welke grappen wij wel/niet maken in de klas. Beide vellen hebben een andere kleur. Bewust kies ik niet voor groen en rood, iedereen heeft namelijk wel eens een grapje gemaakt waarvan je achteraf denkt ’oeps, dit had ik niet zo bedoeld’ Daarnaast is het niet zo dat kinderen gestraft worden voor een misplaatste grap. Nee, dan gaan we met de klas in gesprek. Laat de kinderen inzien dat grapjes ook pijn kunnen doen, dat is een proces dat zij moeten leren. In de bovenbouw is dat een belangrijk proces en geef de kinderen de tijd om te leren.
Als je het leuk vindt, kan je ook deze venndiagram gebruiken bij de bovenstaande activiteit.
Wil je verder geïnspireerd worden voor de gouden weken. Klik dan op de links hieronder.