Bordspel taal

Door dit bordspel taal te spelen oefenen de kinderen de volgende onderdelen: aanwijzend, persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord.

Tijdens dit spel leren de kinderen verschillende onderdelen van taalkundig ontleden benoemen.
In dit spel gaat het specifiek om persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord en aanwijzend
voornaamwoord.

Hoe gaat het spel?
De kinderen zetten hun pion op start. Wie het laagste getal gooit mag beginnen. Een kind gooit de
dobbelsteen opnieuw en gaat het aantal ogen vooruit. Aan de hand van de kleuren weten de kinderen welk kaartje er gepakt moet worden. Het kind dat de dobbelsteen gooit pakt het kaartje niet zelf aangezien het kaartje zelf controlerend is. Als ze de opdracht van het kaartje goed uitvoeren dan mogen ze blijven staan. Maken ze een fout dan gaan ze 1 vakje terug.
Wie als eerste precies op het eindvakje landt, wint!

Benodigdheden:
– pionnen
– één dobbelsteen
– lichtgroene kaartjes
– groene kaartjes
– donkergroene kaartjes
– spelbord

Hier kan je het bordspel taal downloaden.

Ken je het scheerschuimdictee?
Lees er hier meer over

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *