Hieronder vind je een aantal leuke woordenschatspelletjes.

Woordenbingo–> Hang verspreid over het schoolplein of door het lokaal themawoorden op. De kinderen krijgen een bingokaart met daarop de betekenissen van de woorden die ze moeten zoeken. Als ze een woordkaart hebben gevonden, mogen ze hem afstrepen.

Ren je rot –> De leerkracht geeft een omschrijving van het woord of noemt een zin waarin het woord voorkomt. Er hangen een aantal woordkaarten in het lokaal en de kinderen rennen naar de goede woordkaart toe.

Associëren –> Waar denken de kinderen aan bij het woord. Geef een groot vel en laat de kinderen zoveel mogelijk woorden bedenken die ze associëren met het woord dat genoemd is.

De langste zin –> Zinnen maken met een bepaald woord. Wie maakt de langste zin?

Waar of niet waar –> De kinderen zien een plaatje van het woord, de leerkracht geeft een omschrijving. Is deze omschrijving waar of niet waar?

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet? –> Een kind neemt een woord in gedachten. De overige kinderen moeten het woord raden door vragen te stellen.

Ik ga op vakantie en neem mee….–> Maak met elkaar een hele lange slinger van woorden. Herhalen van de woorden van de voorgangers en zelf een woord toevoegen.

Wat is het verschil? –> De leerkracht heeft twee voorwerpen, de kinderen benoemen (of schrijven) wat de verschillen zijn tussen de voorwerpen

Woordstukjes –> Als de woorden al wat langer bekend zijn in de klas dan kan je dit spel goed spelen. Geef een deel van het woord, gooi de bal naar een kind en het kind maakt het woord af.

Hopelijk heb je iets aan deze leuke spellen! Gebruik je deze in de klas en heb je Social Media? Tag mij dan vooral!