Voorleesboeken |Groep 5

In de zomervakantie ga ik altijd op zoek naar een leuk voorleesboek voor de klas.
Hieronder een lijst leuke voorleesboeken voor groep 5.

De ongelofelijke avonturen van juf –> Richard Verschraagen
Wat doet jouw juf of meester als ze niet op school zijn? Wat doen juffen en meesters als ze niet op school zijn? Deze vrolijke, uitgelaten en avontuurlijke juf zorgt elke dag na schooltijd voor een andere verrassing. De ene dag is ze een koorddanseres, de volgende dag een stoere biker. Een ding is zeker: deze juf verveelt zich op geen enkel moment!

10 overheerlijke juffen en meesters –> vertaald door Jacques Vriens
Tien juffen en meesters zijn moe en willen na een lange schooldag graag naar huis. Helaas missen ze nét de laatste bus. Hoe komen ze nu thuis? Gelukkig ziet meester Slop een snelle route door het donkere woud. Ze gaan gauw op weg, maar wat ritselt daar? Als dat maar geen monsters zijn…

De piraten van hiernaast –> Reggie Naus
Op een dag hoort Michiel een hoop kabaal buiten. Als hij gaat kijken, gelooft hij zijn ogen niet: naast hun huis verrijst een houten bouwwerk dat nog het meest op een schip lijkt. Maar dat is nog niet eens het vreemdste. Zijn nieuwe buren zijn namelijk piraten! In de greppel rond hun huis zwemt een waakhaai, en eten doen ze met handen en dolk.
Michiel sluit algauw vriendschap met Billy, de zoon van de piraten. Maar niet alle buurtbewoners zijn blij met de komst van het piratengezin…

Dummie de mummie –> Tosca Menten
Stel je voor. Je heet Goos Guts, je bent doodnormaal en je woont in het saaiste dorp van de wereld. Op een dag loop je je slaapkamer binnen, je ruikt iets vies, kijkt rond, en je ziet ineens een mummie in je bed. Wat doe je dan? Ja, je schrikt je een ongeluk, natuurlijk. En dan doe je je ogen dicht, je telt tot tien en dan is hij weer weg.
Maar stel je nou eens voor, hè, dat die mummie daar na die tien tellen nog steeds ligt… En na twintig tellen ook…!
Wat doe je dan?

Bron: Bol.com

2. Meester kikker –> Paul van Loon
Meester Frans heeft een geheim. Dat durft hij aan zijn klas (groep 3-4) wel prijs te geven: hij verandert zo nu en dan in een kikker. Dat is lastig, want hij heeft het niet in de hand. Als de kinderen van zijn klas bij toeval ontdekken dat de directeur van de school, meneer Stork, een soortgelijk geheim heeft, en soms in een ooievaar verandert die vervolgens kikkers eet om weer mens te worden (gevaarlijke situatie voor meester Frans!), bedenken ze een plan om hun meester te redden.

Bron: Bol.com

3. Oma boef –> David Walliams
Ben is elf en hij vindt het niet leuk dat zijn ouders hem elke vrijdag naar zijn oma brengen. De oude dame heeft wit haar en een kunstgebit, ze stopt haar gebruikte zakdoek in haar mouw, ze ruikt heel erg naar koolsoep en laat voortdurend windjes, ze wil altijd scrabble spelen en stuurt hem veel te vroeg naar bed … Maar op een dag ontdekt Ben dat ze, net als heel veel volwassenen, een geheim heeft. Zijn oma is een internationaal gezochte juwelendief!

Bron: Bol.com

De gorgels –> Jochem Myjer
Melle ziet op een nacht een wezentje op de rand van zijn bed zitten. Het lijkt op een knotje wol. Het blijkt een Gorgel te zijn. Hij heet Boba. Gorgels beschermen kinderen van september t/m april, als de R in de maand is. Dat is nodig vanwege de smerig stinkende, griezelige Groenlandse Brutelaars die kinderen ziek maken. Als Melle dit op school vertelt, wordt hij uitgelachen en bespot. De vader van Melle werkt als bioloog bij Naturalis, ‘de dode dierentuin’. Hij bestudeert al heel lang de Gorgels en hij dacht dat de Brutelaars uitgestorven waren. Melle zal proberen met ware heldenmoed de Brutelaars te verslaan. De kennis van zijn vader en de samenwerking met Boba en zijn soortgenoten moeten hem daarbij helpen. Maar de overwinning is allerminst zeker.

Bron: Bol.com

De griezels –> Roald Dahl
Meneer en mevrouw Griezel zijn twee misselijke, miezerige misbaksels die elkaar en de hen omringende dieren het leven zuur maken. De dieren nemen op de ‘griezelmanier’ wraak.

Bron: Bol.com

Superjuffie –> Janneke Schotveld
De jonge Juf Josje heeft een zeldzame gave: zodra ze hoort dat er ergens een dier in nood is, neemt ze bijna automatisch een hap van een krijtje en zweeft ze – met een groene cape om! – als Superjuffie door de lucht om het dier te gaan redden. Dat mag natuurlijk niet opgemerkt worden, zeker niet door de strenge directeur van haar nieuwe school. Gelukkig vinden haar leerlingen van groep vijf Josjes capriolen fantastisch en verzinnen ze onverstoorbaar bizarre smoezen als juf in de problemen zit. Maar dan gebeuren er heel vreemde dingen in de stadsdierentuin. Zal Superjuffie ook hier redding brengen?

Bron: Bol.com

Villa Fien –> Janneke Schotveld
Is Villa Fien een weeshuis, pleeggezin of schooltje? Of is het alle drie? Fien zelf ontkent in alle toonaarden elke benaming. In haar huis wonen, naast de vier kinderen die uit huis zijn geplaatst, ook nog een koe, een geit, kippen en een kat. Het is er een dolle boel, overal rommel en troep, maar bar gezellig. Totdat er een inspecteur van het Ministerie van Gewezen-wezen komt controleren en van alles afkeurt.

Bron: Bol.com

Opa vlucht –> David Walliams
De opa van Jack was ooit een gevreesd gevechtspiloot. In de Tweede Wereldoorlog verdedigde hij zijn vaderland, vliegend in een razendsnelle Spitfire. Maar nu is opa vooral een oude en verwarde man, die zijn oorlogsavonturen elke dag opnieuw beleeft …
Daarom besluiten de ouders van Jack om hem naar een bejaardentehuis te sturen. Jack en zijn opa plannen meteen een originele ontsnappingsstunt, maar de gemene directrice juffrouw Knor doet alles om die te verhinderen.

Bron: Bol.com

Dolfje weerwolfje –> Paul van Loon De ouders van Dolfje zijn verdwenen toen Dolfje drie jaar was. Hij woont nu bij de ouders van zijn vriendje. Op zijn zevende verjaardag ontdekt hij dat hij een weerwolf is. Het fenomeen weerwolf wordt niet echt angstaanjagend beschreven, maar meer als een ‘normaal’ gegeven. De opa van Dolfje blijkt ook een weerwolf te zijn en hij geeft zijn kleinzoon dan ook tips om in het gewone leven zijn weg te vinden.

Bron: Bol.com

Het ministerie van oplossingen –> Sanne Rooseboom
Nina is een avontuurlijk meisje van 11 jaar dat niet van stilzitten houdt. Haar vader is postbode en als hij op een dag een brief aan het mysterieuze Ministerie van Oplossingen mee naar huis neemt, schreeuwt die er natuurlijk om gelezen te worden. De brief is van de 9-jarige Ruben die op school gepest wordt door de gemene Sophia en haar vriendinnen. Hij hoopt dat het ministerie hem kan helpen dit op te lossen. Nina besluit dan om samen met haar beste vriendin, Alfa, Ruben te gaan helpen, aangezien zo’n ministerie natuurlijk niet echt bestaat. Maar dankzij Ruben en zijn stokoude buurvrouw ontdekken ze dat ze zich daarin vergissen: er heeft wel degelijk een Ministerie van Oplossingen bestaan. Ze kunnen zelfs meehelpen aan het opnieuw oprichten ervan, als Sophia hun geheim tenminste niet ontdekt…

Bron: Bol.com



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *