Tijdens de werkvorm: schuif en schrijf, schuiven de kinderen het A3 vel door en schrijven zij er iets bij.
Wil je meer weten over deze werkvorm? Lees dan snel verder.
Deze werkvorm gebruik ik regelmatig tijdens de begrijpend lezen les, daarover gaat ook het onderstaande voorbeeld. Ik gebruik deze werkvorm tijdens het voorspellen.
Je kan deze werkvorm uitvoeren op twee manieren, hieronder leg ik beide manieren uit:
Manier 1:
Bij deze werkvorm is de klas verdeeld in groepjes van drie. Ieder groepje heeft een A3 vel dat verdeeld is in drie vakken. Hier kan het het voorbeeld downloaden. (alleen nog even printen op A3)
De werkvorm: schuif en schrijf bestaat uit 3 rondes. Zelf kies ik ervoor om ieder groepje met een andere kleur pen te laten werken, zo kan je gemakkelijk zien wie welk antwoord gegeven heeft.
Op het bord staan de titel, kopjes en plaatjes.
Tijdens de eerste ronde schrijven de kinderen het onderwerp op waar zij denken dat de tekst over gaat (ze schrijven hier een enkel woord of een paar woorden op).
Dan schuiven zij hun blad door en bekijken ze wat het vorige groepje heeft opgeschreven, mist er nog iets? Dan schrijven zij het erbij.
De tweede ronde begint en de kinderen schrijven uitgebreid in het tweede vak waar zij denken dat de tekst over gaat. Ook nu schuiven ze hun blad weer door en schrijven ze erbij wat er nog mist in het tweede vak.
Dan begint de derde ronde en schrijven zij in het laatste vak wat zij denken te gaan leren van deze tekst?
Als ze klaar zijn dan schuiven ze de voor de laatste keer het blad door. Ze controleren dan het complete blad en schrijven erbij wat ze missen. Dan bespreken we de vakken klassikaal.
Manier 2:
Bij deze werkvorm werken de kinderen individueel. Ieder kind heeft een A3 vel dat verdeeld is in drie vakken. Hier kan het het voorbeeld downloaden. (alleen nog even printen op A3)
De werkvorm: schuif en schrijf bestaat uit 3 rondes.
Op het bord staan de titel, kopjes en plaatjes.
Tijdens de eerste ronde schrijven de kinderen het onderwerp op waar zij denken dat de tekst over gaat (ze schrijven hier een enkel woord of een paar woorden op).
Dan schuiven zij hun blad door en bekijken ze wat het vorige kind heeft opgeschreven, mist er nog iets?Schrijf het erbij!
Dan begint de tweede ronde en schrijven de kinderen uitgebreid in het tweede vak waar zij denken dat de tekst over gaat. Ook nu schuiven ze hun blad weer door en schrijven ze erbij wat er nog mist in het tweede vak.
Tijdens de derde ronde schrijven zij in het laatste vak wat zij denken te gaan leren van deze tekst?
Als ze klaar zijn dan schuiven ze de voor de laatste keer het blad door. Ze controleren dan het complete blad en schrijven erbij wat ze missen. Dan bespreken we de vakken klassikaal.
Het verschil tussen manier 1 en manier 2 is dat de kinderen individueel of in groepjes werken. Natuurlijk kan je het regelmatig afwisselen, als de kinderen eenmaal weten hoe het werkt dan gaat het werken in groepjes makkelijker.