Met dit emotiespel leer je kinderen dat iedereen anders reageert op een situatie waardoor kinderen soms geconfronteerd worden met emoties die ze niet kennen of niet hadden verwacht.
Uitleg van het spel
Tijdens dit emotiespel heb je ruimte nodig om doorheen te lopen. Het is de bedoeling dat 4 emoties opgehangen worden in de ruimte, de leerkracht leest de situatie voor en de kinderen lopen naar de emotie die deze situatie oproept.
Laat de kinderen uitleggen hoe deze emotie tot uiting komt bij hem of haar en laat andere kinderen hierop reageren. Waarom kan het ene kind meteen boos reageren in een situatie en waarom is een ander kind eerder bedroefd of bang.
Extra:
Onder de grote basisemoties kan je ook een aantal kleinere emoties hangen. In de bovenbouw is het van belang dat kinderen ook de andere emotiewoorden leren en daarnaast is alleen ‘blij’ misschien niet te woord dat je zoekt.